De tandarts keek naar Din zijn mond vol tanden.

Sude stond met haar mond vol tanden toen de juf haar vroeg waarom ze haar taak niet had gemaakt.

De bakker had niets gebakken, omdat hij ziek was.

Toen Chloé koekjes wou maken voor mama, bakte ze er niets van. Alle koekjes waren aangebrand.

Johan deed heel geheimzinnig toen Blessing vroeg wat hij ging doen vandaag. Volgens mij voert hij iets in zijn schild.

Chloë heeft vlinders in haar buik. Ze is heel de tijd aan het dagdromen over die mooie jongen.

Mijn papa gaat altijd met de kippen op stok. Hij moet 's ochtends vroeg op.

De kapper zit met haar handen in mijn haar.

Toen ik van de juf die moeilijke opdracht kreeg, zat ik met de handen in het haar.

Kruis de juiste betekenis aan.

Hij woont in het hart van de stad.