Have an account?
Skip to Content
Build your own quiz
Suggestions for you
28 questions
Show Answers
See Preview
- 1. Multiple Choice
Ik ben moe dus ga ik slapen
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 2. Multiple Choice
signaalwoord
ben
dus
ga
slapen
- 3. Multiple Choice
Ik ging eten, daarna mijn haar doen en tot slot deed ik mijn schoenen aan
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 4. Multiple Choice
signaalwoorden. Er zijn er twee!
ging
daarna
tot slot
aan
- 5. Multiple Choice
Ik heb zin in worst dus maak ik stamppot
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 6. Multiple Choice
signaalwoord
zin
in
dus
maak
- 7. Multiple Choice
Jaron gamet de hele tijd daarom heeft hij nog niks af.
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 8. Multiple Choice
signaalwoord
hele
daarom
niks
af
- 9. Multiple Choice
Ik wil naar de winkel maar heb geen geld!
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 10. Multiple Choice
signaalwoord
naar
maar
de
geen
- 11. Multiple Choice
Zij kan heel goed Frans, daarnaast is ze ook goed in Engels.
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 12. Multiple Choice
signaalwoord
heel
daarnaast
ook
goed
- 13. Multiple Choice
Meestal pak ik eerst mijn tas in en ontbijt ik pas daarna.
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 14. Multiple Choice
signaalwoorden. Het zijn er twee!
eerst
in
pas
daarna
- 15. Multiple Choice
Ik vind de pauze een leuk vak maar Frans niet.
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 16. Multiple Choice
signaalwoord
leuk
maar
niet
pauze
- 17. Multiple Choice
Ik ben moe dus ga ik zo slapen.
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 18. Multiple Choice
signaalwoord
moe
dus
moe
slapen
- 19. Multiple Choice
Ik ging eerst naar de stal, daarna ging ik douchen.
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 20. Multiple Choice
signaalwoorden, Er zijn er twee!
eerst
ging
daarna
naar
- 21. Multiple Choice
Ik vond dressuur eerst heel leuk, maar nu ga ik voor springen.
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 22. Multiple Choice
signaalwoorden. Er zijn er twee!
eerst
heel
maar
nu
- 23. Multiple Choice
Ik moet naar de winkel dus moet ik mijn fiets pakken.
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 24. Multiple Choice
signaalwoord
naar
dus
fiets
moet
- 25. Multiple Choice
Ik had goed geleerd daarom heb ik een 8!
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 26. Multiple Choice
signaalwoord
goed
daarom
8
een
- 27. Multiple Choice
Ik moet naar school, echter is mijn fiets kapot.
opsommend
tegengesteld
concluderend
tijdsvolgorde
- 28. Multiple Choice
signaalwoord
naar
echter
kapot
dus
- Answer choicesTagsAnswer choicesTags